X ontvangt in november 2010 een brief met vragen over mogelijk in het buitenland aangehouden bankrekeningen. De brief gaat vergezeld van de formulieren Verklaring in het buitenland aangehouden bankrekening(en) en Opgaaf in het buitenland aangehouden bankrekening(en). Het eerstgenoemde formulier stuurt X ondertekend terug met de opmerking ‘n.v.t.'. De inspecteur legt X daarna navorderingsaanslagen IB/PVV op in verband met een in het buitenland aangehouden bankrekening. Als X bezwaar maakt tegen de aanslagen, legt de inspecteur een informatiebeschikking op waarin hij (enkel) vraagt naar dezelfde informatie als uit de brief van november 2010.
Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat een in de bezwaarfase genomen informatiebeschikking moet komen te vervallen wanneer de aanleiding tot het nemen van deze beschikking al aanwezig is in de navorderingsfase. Uit de wetsgeschiedenis concludeert de rechtbank dat de inspecteur zijn bevoegdheid tot het nemen van een informatiebeschikking kan verspelen door niet adequaat op te treden. In dit geval doet deze omstandigheid zich voor en zal de rechtbank de informatiebeschikking vernietigen. Het voorgaande laat onverlet dat een informatiebeschikking in de bezwaarfase in beginsel mogelijk is.
Wetsartikelen:
Algemene wet inzake rijksbelastingen 52a
Algemene wet inzake rijksbelastingen 47
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Bronbelasting
Instantie: Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Editie: 12 december