X ontvangt een brief waarin de Belastingdienst hem vraagt om openheid van zaken te geven over bankrekeningen en/of beleggingen in het buitenland voor het jaar 2009. Dit omdat de Belastingdienst de naam van X is tegengekomen op een microfiches waarop de namen van rekeninghouders van KBLux staan vermeld. X antwoordt de Belastingdienst dat hij en zijn echtgenote geen bankrekeningen houden in het buitenland. De inspecteur legt daarop aan X een informatiebeschikking op waarin hij vaststelt dat X en zijn echtgenote niet hebben voldaan aan de informatieverplichtingen van art. 47 en 49 AWR.
Rechtbank Breda oordeelt dat de Belastingdienst ‘ontkenners' in het rekeningenproject niet via een zogeheten informatiebeschikking kan confronteren met omkering van de bewijslast. De Belastingdienst heeft X een informatiebeschikking opgelegd waarin de fiscus aangeeft dat X en zijn echtgenoten niet hebben voldaan aan de verplichting om openheid van zaken te geven over buitenlandse tegoeden. X heeft daarop geantwoord dat hij geen buitenlandse tegoeden aanhoudt. De rechtbank overweegt dat de Belastingdienst niet aannemelijk maakt dat dit antwoord van X niet naar waarheid is. De inspecteur heeft een microfiche betreffende het jaar 1994 overgelegd met het daarbij behorende onderzoeksresultaat, maar dit is voor de rechtbank onvoldoende bewijs. Met het feit dat X een zogeheten ontkenner is kan de rechtbank geen rekening houden zoals daarover nog geen onherroepelijke rechterlijke beslissing ligt. Op grond van het voorgaande verklaart de rechtbank het beroep van X gegrond.
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Bronbelasting, Inkomstenbelasting
Instantie: Rechtbank Breda
Editie: 13 november