Gerechtshof 's-Hertogenbosch oordeelt dat X terecht een informatiebeschikking van de fiscus heeft ontvangen voor zijn weigering om huurovereenkomsten aangaande verhuurde onroerende zaken te overleggen. Deze overeenkomsten kunnen volgens het hof van belang zijn voor de belastingheffing van X. De Hoge Raad oordeelt dat de middelen of klachten niet tot cassatie kunnen leiden (art. 81 Wet RO).
Belanghebbende X verhuurt diverse onroerende zaken, niet zijnde woningen. Voor de waardering hiervan in box 3 vraagt de inspecteur huurovereenkomsten op bij X. Deze weigert de gevraagde overeenkomsten te overleggen en ontvangt vervolgens een informatiebeschikking.
Gerechtshof ’s-Hertogenbosch (V-N Vandaag 2019/2321) oordeelt dat deze informatiebeschikking terecht is uitgereikt. De genoemde huurovereenkomsten kunnen naar het oordeel van het hof van belang zijn voor de waardering van de verhuurde onroerende zaken. Bijvoorbeeld bij toepassing van de huurwaardekapitalisatiemethode. Zodoende is X verplicht inzage te geven in deze overeenkomsten, hetgeen ook eerder door Rechtbank Zeeland-West Brabant werd geconcludeerd. Een beroep op het vertrouwensbeginsel houdt geen stand doordat een eerder boekenonderzoek slechts zag op de jaren tot en met 2000. X dient binnen twee weken kopieën van de huurcontracten te overleggen.
De Hoge Raad oordeelt dat de middelen of klachten niet tot cassatie kunnen leiden (art. 81 Wet RO).
Lees ook het thema Informatiebeschikking: stand van zaken
Wetsartikelen:
Algemene wet inzake rijksbelastingen 52a
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Fiscaal bestuurs(proces)recht
Instantie: Hoge Raad
Editie: 3 juni