Hof Den Haag oordeelt dat de in de informatiebeschikking gevraagde informatie over het verloop van een bankrekening bij KB Lux van belang kan zijn voor de heffing van inkomstenbelasting van X. De Hoge Raad oordeelt dat de middelen of klachten niet tot cassatie kunnen leiden (art. 81 Wet RO).

Belanghebbende, X, is het niet eens met de informatiebeschikking die de inspecteur haar heeft opgelegd over het jaar 2009, nadat zij heeft geweigerd informatie te verstrekken over een bankrekening van haar overleden echtgenoot bij KB Lux.

Hof Den Haag (MK I, 16 september 2015, BK-14/01398, V-N vandaag 2015/2183) oordeelt dat de in de informatiebeschikking gevraagde informatie over het verloop van een bankrekening bij KB Lux van belang kan zijn voor de heffing van inkomstenbelasting van X. Dit betekent dat de inspecteur terecht een informatiebeschikking aan X heeft opgelegd. Op basis van de door de inspecteur ingebrachte informatie acht het hof het aannemelijk dat de overleden echtgenoot van X beschikte over een rekening bij KB Lux. Dat het hof op basis van minder informatie eerder tot een andere beslissing is gekomen, doet aan de relevantie van de informatie over de bankrekening voor dit jaar niet af. De inspecteur heeft zich in redelijkheid op het standpunt kunnen stellen dat de gevraagde informatie over de bankrekening van de echtgenoot van belang kon zijn voor de belastingheffing van X (art. 2.17 Wet IB 2001). Het hof verklaart het hoger beroep van X ongegrond.

De Hoge Raad oordeelt dat de middelen of klachten niet tot cassatie kunnen leiden (art. 81 Wet RO).

Lees ook het thema De informatieverplichting.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet inzake rijksbelastingen 47

Algemene wet inzake rijksbelastingen 52a

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Bronbelasting

Instantie: Hoge Raad

1

Gerelateerde artikelen