Hof Amsterdam oordeelt dat de inspecteur voldoende aannemelijk maakt dat X op 31 januari 1994 rechthebbende was van een KB Lux-rekening en van in latere jaren bij diezelfde bank aangehouden bankrekeningen. De informatiebeschikking is dan ook terecht genomen.

X wordt geïdentificeerd als KB Lux-rekeninghouder. In zijn IB-aangiften 2016 en 2017 maakt X geen melding van in het buitenland aangehouden rekeningen of beleggingen. X verstrekt op verzoek ook geen informatie over de bankrekeningen. De inspecteur neemt daarop in 2019 voor beide jaren een informatiebeschikking. X is het daar niet mee eens.

Hof Amsterdam oordeelt dat de inspecteur voldoende aannemelijk maakt dat X op 31 januari 1994 rechthebbende was van een KB Lux-rekening en van in latere jaren bij diezelfde bank aangehouden bankrekeningen. De informatiebeschikking is dan ook terecht genomen. Het hof wijst daarbij op zijn uitspraak van 27 juni 2019, nr. 18/00241, in de procedure van X over de jaren 2013 en 2014. Nu de omstandigheden niet zijn gewijzigd, zijn de overwegingen uit die uitspraak ook van belang voor de jaren 2016 en 2017. Verder wijst het hof nog op de nader door de inspecteur ingebrachte informatie. Het gelijk is aan de inspecteur.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet inzake rijksbelastingen 52a

Algemene wet inzake rijksbelastingen 47

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Fiscaal bestuurs(proces)recht

Instantie: Hof Amsterdam

Editie: 29 juni

17

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen