Hof Amsterdam oordeelt dat de inspecteur aannemelijk maakt dat de informatiebeschikking met betrekking tot het niet naleven van de administratieplicht terecht is gegeven. Afgezien van bankafschriften en in- en verkoopfacturen, is namelijk geen administratie voorhanden.

X vof exploiteert een schoonmaakbedrijf. In 2017 start de inspecteur een controle bij X vof. Hij constateert dat niet wordt voldaan aan de administratieplicht van art. 52 AWR. Ook wordt een informatiebeschikking afgegeven, waarbij diverse bescheiden worden opgevraagd. Volgens X vof is er echter naast de reeds afgegeven administratie geen administratie voorhanden. In geschil is of de informatiebeschikking terecht is genomen.

Hof Amsterdam oordeelt dat de inspecteur aannemelijk maakt dat de informatiebeschikking met betrekking tot het niet naleven van de administratieplicht terecht is gegeven. Afgezien van bankafschriften en in- en verkoopfacturen, is namelijk geen administratie voorhanden. Dat de aangegeven loonheffingen overeenstemmen met de bedragen die op het aangegeven loon zijn ingehouden en afgedragen maakt niet dat daarmee aan de administratieplicht zou zijn voldaan. Het ontbreken van een regelmatig bijgehouden administratie verhindert namelijk een controle op de volledigheid van de aangegeven loonheffingen. Het hof wijst er daarbij op dat dit onder andere van belang is omdat de inspecteur heeft gesteld dat hij over aanwijzingen beschikt dat personen die zijn ingehuurd via derden in werkelijkheid via X vof zijn verloond.

Lees ook het thema Informatiebeschikking: stand van zaken.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet inzake rijksbelastingen 52a

Algemene wet inzake rijksbelastingen 52

Algemene wet inzake rijksbelastingen 47

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Fiscaal bestuurs(proces)recht

Instantie: Hof Amsterdam

Editie: 30 december

6

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen