Belanghebbende, X, en zijn echtgenote zijn, binnen het BZN-project, door de inspecteur geïdentificeerd als rekeninghouders van bankrekeningen bij de Van Lanschot bank te Luxemburg (VLB). X ontkent echter dat hij bankrekeningen bij de VLB heeft aangehouden. De inspecteur legt vervolgens IB- en VB(-navorderings)aanslagen over de jaren 1995-2008 op aan X. Naar aanleiding van de door X ingediende IB-aangifte 2009 vraagt de inspecteur in een informatiebeschikking nadere informatie over de bankrekeningen en vraagt hij ook waar het op de rekeningen gestalde vermogen wordt aangehouden. In geschil is of de informatiebeschikking terecht is afgegeven.
Rechtbank Zeeland - West-Brabant oordeelt dat de inspecteur aannemelijk heeft gemaakt dat de door hem gevraagde informatie van belang kan zijn voor de belastingheffing van X voor het jaar 2009. Uit renseignementen over de jaren 1994 en 1996 kan volgens de rechtbank worden afgeleid dat aanzienlijke bedragen op de bankrekeningen waren gestald. Verder acht de rechtbank de wijze van beleggen, voornamelijk in obligaties, wijzen op een belegging voor de lange termijn. Daarnaast overweegt de rechtbank nog dat algemeen bekend is dat geheime bankrekeningen voor een langere periode worden aangehouden, zodat de inspecteur ook na zoveel jaren nog in redelijkheid aan X kon vragen om een nadere toelichting. De informatiebeschikking is terecht afgegeven.
Wetsartikelen:
Algemene wet inzake rijksbelastingen 47
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Bronbelasting
Instantie: Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Editie: 21 augustus