Belanghebbende, X bv, participeert via haar dochters in Scheepvaartonderneming I cv, een scheepvaarts-cv, om gebruik te maken van de willekeurige afschrijvingsfaciliteit. De inspecteur is echter van mening dat de dochters niet tot de f.e. met X bv behoren en vraagt daarom informatie op bij X bv. Omdat X bv de gevraagde informatie niet verstrekt, stelt de inspecteur diverse informatiebeschikkingen op. X bv is van mening dat de informatiebeschikkingen ten onrechte zijn opgelegd, omdat zij al de bewijslast heeft voor het kunnen vormen van een f.e. en het kunnen toepassen van de faciliteit. Verder is zij van mening dat zij al heeft voldaan aan de informatieplicht, en voor zover dat niet is gedaan, dat dat terecht is vanwege het (informele) verschoningsrecht dat op deze informatie van toepassing is.

Rechtbank Noord-Holland vernietigt de informatiebeschikkingen 2011 - 2015 partieel. Voor een aantal vragen blijven de informatiebeschikkingen in stand. De rechtbank geeft X bv zes weken de tijd om deze vragen te beantwoorden. Over het beroep van X op het verschoningsrecht merkt de rechtbank op dat de e-mailwisseling met verschoningsgerechtigden onder het verschoningsrecht valt. Verder hoeven, op grond van het fair-playbeginsel, rapporten en/of correspondentie afkomstig van derden-adviseurs niet te worden verstrekt voor zover deze de fiscale positie van X bv belichten of daaromtrent adviseren. Voor e-mails van de in-house tax counsel geldt dat X bv deze informatie moet verstrekken, omdat deze ten opzichte van X bv geen derden is. Dit geldt ook voor interne documenten van X bv. Vervolgens merkt de rechtbank nog wel op dat de inspecteur een en ander op aannemelijkheid moet kunnen toetsen. In het kader daarvan draagt de rechtbank X bv op om nog meer gegevens te verstrekken.

Lees ook het thema Informatiebeschikking: stand van zaken

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet inkomstenbelasting 2001 3.34

Wet op de vennootschapsbelasting 1969 8

Algemene wet inzake rijksbelastingen 52a

Algemene wet inzake rijksbelastingen 47