X maakt 11 maart 2014 bezwaar tegen de haar met dagtekening 28 februari 2014 opgelegde navorderingsaanslag vpb voor het jaar 2007/2008. Bij brief van 27 januari 2015 heeft X beroep ingesteld tegen het uitblijven van een beslissing op bezwaar tegen de navorderingsaanslag. Het beroep is bij de rechtbank geregistreerd onder nummer 15/521. Bij brief van 16 februari 2015 heeft X nogmaals beroep ingesteld tegen het uitblijven van een beslissing op bezwaar tegen de navorderingsaanslag. Dit beroep is bij de rechtbank geregistreerd onder nummer 15/1706. Tussen partijen is niet in geschil dat de beslistermijn voor het bezwaar tegen de navorderingsaanslag – in ieder geval – op 27 januari 2015 is verstreken. In geschil is of de inspecteur in gebreke is tijdig op het bezwaar tegen de navorderingsaanslag te beslissen. Rechtbank Den Haag beslist dat het beroep van X geregistreerd onder nummer 15/521 niet-ontvankelijk moet worden verklaard. X heeft haar beroep niet gemotiveerd. Voor het beroep geregistreerd onder nummer 15/1706 geldt dat de inspecteur bij brief van 27 januari 2015 in gebreke is gesteld. X heeft het beroep bij brief van 16 februari 2015 ingesteld. Dit betekent dat, gelet op artikel 6:12, tweede lid, Awb, er geen reden is ook dit beroep niet-ontvankelijk te verklaren. De handelwijze van X leidt niet tot misbruik van recht. Volgens de rechtbank valt niet in te zien dat X geen gebruik zou mogen maken van haar wettelijke recht om beroep in te stellen tegen het uitblijven van een uitspraak op bezwaar. Het doel van de ingebrekestelling is niet om de inspecteur een standpunt te laten innemen, maar om te bevorderen dat hij een beslissing neemt op het bezwaar. Het beroep geregistreerd onder nummer 15/1706 is gegrond.
Wetsartikelen:
Algemene wet bestuursrecht 8:55
Algemene wet bestuursrecht 7:10
Algemene wet bestuursrecht 6:12
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Bronbelasting
Instantie: Rechtbank Noord-Holland
Editie: 28 juli