Denemarken houdt een bronbelasting in op dividenden die door Deense vennootschappen worden uitgekeerd aan buitenlandse instellingen voor collectieve belegging in effecten (icbe’s). Vergelijkbare Deense icbe’s kunnen een vrijstelling van bronbelasting verkrijgen. Zij moeten dan feitelijk aan hun leden een minimumuitkering betalen waarop bronbelasting wordt ingehouden, of technisch gezien een minimumuitkering berekenen waarop ten laste van hun leden bronbelasting wordt ingehouden. Diverse icbe’s uit het Verenigd Koninkrijk (zoals Fidelity Funds) en Luxemburg (zoals NN (L) SICAV) verzoeken om teruggaaf van de bronbelasting. Volgens hen is de Deense regeling namelijk in strijd met het EU-recht.
Het Hof van Justitie EU oordeelt dat Denemarken in strijd met het EU-recht handelt door een vrijstelling van bronbelasting te verlenen aan Deense icbe’s, en niet aan icbe’s die niet in Denemarken zijn gevestigd. Hierbij is volgens het Hof van Justitie EU niet van belang dat Denemarken aan de vrijstelling voorwaarden verbindt als het uitbetalen van een minimumuitkering aan haar deelnemers, of technisch gezien een minimumuitkering vaststellen en over deze reële of fictieve minimumuitkering belasting inhouden ten laste van haar deelnemers.
Wetsartikelen:
Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie 63
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Europees belastingrecht, Dividendbelasting
Instantie: Hof van Justitie van de Europese Unie
Editie: 22 juni