Inhoudingsplichtige drijft een wasserij. Twee werknemers zijn niet in de loonadministratie opgenomen. Inhoudingsplichtige heeft een nettoloon verantwoord van ongeveer 5 tot 15% van de omzet. In deze berekening is echter geen rekening gehouden met werkgeverslasten. Partijen zijn het erover eens dat het brutoloon in de branche gemiddeld 38,53% van de omzet bedraagt.
Rechtbank Noord-Holland oordeelt dat de inspecteur de schatting voldoende onderbouwt. De inhoudingsplichtige slaagt er niet in aan te tonen dat de schatting te hoog is om de volgende redenen:
- ⁃.
Een (vage) eigen verklaring van een werknemer over de einddatum van detentie in een controlerapport is geen bewezen feit;
- ⁃.
Als een inhoudingsplichtige wil bewijzen dat geen Nederlandse premies verschuldigd zijn is een beslissing van de inspectie SZW over illegale tewerkstelling hiervoor onvoldoende;
- ⁃.
de inspecteur heeft het feit dat de feiten bij inhoudingsplichtige anders waren dan in de branche voldoende meegenomen door het percentage 20% van de omzet lager te stellen dan gebruikelijk.
Wetsartikelen:
Algemene wet inzake rijksbelastingen 27e
Wet op de loonbelasting 1964 30a
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Fiscaal bestuurs(proces)recht
Instantie: Rechtbank Noord-Holland
Editie: 17 november