Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat X een fiscaal loon van € 18.244 geniet aangezien de werkgever dit bedrag in de aangiften loonheffingen verantwoordt en de verschuldigde loonheffingen afdraagt.

X geeft in zijn aangifte IB/PVV 2019 € 18.244 aan als genoten loon en verantwoordt hetzelfde bedrag als negatief resultaat uit overige werkzaamheden. De inspecteur corrigeert het gehele bedrag van het negatief resultaat uit overige werkzaamheden. In de beroepsfase vermindert de inspecteur de aanslag wegens een te laag bedrag aan aftrek elders belast inkomen. In geschil is of de aanslag niet te hoog is vastgesteld, meer specifiek of X loon uit dienstbetrekking geniet.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat het aannemelijk is dat X in 2019 een fiscaal loon van € 18.244 geniet aangezien de werkgever het betwiste bedrag aan genoten loon in de aangiften loonheffingen verantwoordt en de verschuldigde loonheffingen afdraagt. Het beroep van X is gegrond omdat de inspecteur de ambtshalve vermindering toepast hangende de beroepsprocedure wegens een te laag bedrag aan aftrek elders belast inkomen.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet inkomstenbelasting 2001 3.146

Instantie: Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Rubriek: Inkomstenbelasting

Editie: 2 februari

Informatiesoort: VN Vandaag

462

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen