Hof ’s-Hertogenbosch oordeelt anders dan de rechtbank, dat de inspecteur niet aannemelijk maakt dat X in 2013 inkomsten uit hennep heeft genoten.

X’s woning wordt door de politie doorzocht in april 2013. De politie treft met potgrond gevulde kweekbakken voor hennepplantjes aan. In de kweekruimte hangen assimilatielampen en bevinden zich vervuilde koolstoffilters en de stroom is illegaal afgetakt. Bij de aanslagregeling corrigeert de inspecteur het inkomen in box 1 met o.m. een resultaat aan overige werkzaamheden van € 13.047 waarbij hij uitgaat van één hennepoogst in 2013. Als Rechtbank Zeeland-West-Brabant de correctie handhaaft, gaat X in hoger beroep. X stelt dat de hennepkwekerij in 2013 niet meer in bedrijf is geweest en dat het slechts gaat om restanten van een kwekerij uit 2011.

Hof ‘s-Hertogenbosch volgt X daarin. Het hof oordeelt dat de inspecteur niet aannemelijk maakt dat X in 2013 inkomsten uit de hennepteelt heeft genoten. Uit het strafrechtelijk onderzoek kan alleen worden geconcludeerd dat in X ‘woning een op dat moment niet werkzame hennepkwekerij is gevonden. X is niet strafrechtelijk veroordeeld voor het vervaardigen van softdrugs. Het hof oordeelt dat de inspecteur aan de hand van de normale regels van stelplicht en bewijslast, zoals met een vermogensvergelijking, aannemelijk had moeten maken dat X in 2013 meer inkomsten moest hebben genoten dan hij heeft aangegeven. Het hof verklaart het hoger beroep van X gegrond, vernietigt de uitspraak van de rechtbank, en maakt de correctie van de inspecteur ongedaan.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet inkomstenbelasting 2001 3.91

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Bronbelasting, Inkomstenbelasting

Instantie: Hof 's-Hertogenbosch

Editie: 4 december

4

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen