Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de ontvanger terecht een doelmatigheidsmarge van € 500 heeft gehanteerd. Het is aannemelijk dat de kosten van kleine aansprakelijkstellingen niet opwegen tegen de baten.

Belanghebbende, X, drijft een uitzendbureau voor technisch personeel. In de periode 2007-2011 leent X medewerkers in van diverse bv's. In geschil is of X in 2014 terecht als inlener aansprakelijk is gesteld voor de belastingschulden van deze bv's. Volgens X is het gelijkheidsbeginsel geschonden omdat niet alle inleners aansprakelijk zijn gesteld.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de ontvanger terecht een doelmatigheidsmarge van € 500 heeft gehanteerd. Het is aannemelijk dat de kosten van aansprakelijkstellingen niet opwegen tegen de baten. Het betreft ook slechts 0,2% van de inleners. Verhaal bij de uitleners zelf was voorts niet meer mogelijk omdat de meeste op het moment van naheffing al waren ontbonden bij gebrek aan baten.  Het zorgvuldigheidsbeginsel is dus ook niet geschonden. Het beroep van X is ongegrond.

 

Lees ook de thema's Ketenaansprakelijkheid en Inlenersaansprakelijkheid.

 

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Invorderingswet 1990 34

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Invordering

Instantie: Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Editie: 24 januari

2

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen