Belanghebbende, X, laat een gemachtigde met succes bezwaar maken tegen een aan hem opgelegde WOZ-beschikking. De gemeente kent X een vergoeding toe van de kosten van bezwaar, maar vergeet daarbij de verschuldigde btw (€ 19) mee te nemen. De gemachtigde van X stelt beroep in, maar trekt dit beroep in wanneer de gemeente zich bereid verklaart de btw alsnog te vergoeden. In geschil is of X recht heeft op een proceskostenvergoeding voor de beroepsfase.
Rechtbank Noord-Holland oordeelt dat het inroepen van rechtsbijstand niet redelijk is wanneer de gemeente bij de kostenvergoeding ten onrechte de btw niet heeft vergoed. In de woorden ‘redelijkerwijs heeft moeten maken' als bedoeld in art. 8:75 van de Awb wordt tot uitdrukking gebracht dat niet slechts de kosten (van rechtsbijstand) zelf redelijk dienen te zijn om voor vergoeding in aanmerking te komen, maar ook dat het inroepen van rechtsbijstand redelijk moet zijn geweest. X had ook zonder rechtsbijstand de gemeente op de hoogte kunnen stellen van de omstandigheid dat hij geen vooraftrek heeft genoten en dat dus de btw aan hem moest worden vergoed. Zo dit al slechts door het instellen van beroep kon worden bereikt, was het inroepen van rechtsbijstand voor behandeling van een dergelijk geringe kwestie niet redelijk. De rechtbank wijst het verzoek om de gemeente in de proceskosten te veroordelen af.
Wetsartikelen:
Algemene wet bestuursrecht 8:75a
Algemene wet bestuursrecht 8:75
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Bronbelasting
Instantie: Rechtbank Noord-Holland
Editie: 31 mei