Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat de inspecteur terecht een tweede IB-navorderingsaanslag 2015 aan X heeft opgelegd. De inspecteur heeft zich daarbij onder andere gebaseerd op bankbescheiden.

X heeft in 2015 een onderneming ingeschreven bij de KvK. In 2015 ontvangt zij in totaal € 394.812 van de Svb onder de noemer persoonsgebonden budget. In haar eerste IB-aangifte neemt zij deze ontvangsten niet op. In een herziene aangifte over 2015 verantwoordt zij een bedrag van € 25.500 als ROW. Naar aanleiding van de herziene aangifte legt de inspecteur een navorderingsaanslag IB over 2015 op. In 2018 legt de inspecteur na een boekenonderzoek een tweede IB-navorderingsaanslag van € 320.000 op. Deze aanslag is volgens X echter te hoog.

Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat de inspecteur terecht een tweede IB-navorderingsaanslag 2015 aan X heeft opgelegd. De inspecteur heeft zich daarbij onder andere gebaseerd op bankbescheiden. Verder is het hof van mening dat X geen recht heeft op de ondernemersfaciliteiten. Aan de ene kant heeft X zo weinig informatie verschaft over de door haar verrichte activiteiten dat zij haar stelling dat sprake is van een onderneming volstrekt onvoldoende heeft onderbouwd. Aan de andere kant heeft X haar verdiensten in haar herziene IB aangifte 2015 zelf aangemerkt als ROW. Verder is het hof nog van mening dat X niet aannemelijk maakt dat de aanslag te hoog is. X heeft haar stellingen onvoldoende onderbouwd met bewijs. Het hof verlaagt de navorderingsaanslag uiteindelijk nog wel met € 4000, omdat de inspecteur heeft verklaard dat tot dit bedrag ten onrechte inkomsten in aanmerking zijn genomen.

[Bron Uitspraak]

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Inkomstenbelasting

Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden

Editie: 9 maart

9

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen