Uit een politieonderzoek naar X en zijn familie blijkt dat zij zijn betrokken bij de handel in hennep. Naar aanleiding van dit onderzoek legt de inspecteur een IB-navorderingsaanslag 2013 op aan X van € 227.853.
Rechtbank Noord-Nederland oordeelt dat X niet overtuigend aantoont dat aan hem geen inkomsten uit de handel in hennep kunnen worden toegerekend. Volgens de rechtbank blijkt uit het grondige en gemotiveerde procesdossier dat X in 2013 nauw betrokken is geweest bij transporten van hennep naar Duitsland vanuit een growshop. Verder toont X ook niet aan in hoeverre de berekening van de inspecteur onjuist is. De rechtbank overweegt daarbij dat X en zijn broer gezamenlijke klanten hadden en veelal gezamenlijk handelden. Een zakelijke verdeling van de opbrengsten van de handel in hennep is dan redelijk. Omdat de inspecteur aangeeft dat zijn schatting niet helemaal correct is, vermindert de rechtbank de aanslag nog wel naar € 226.396.
Wetsartikelen:
Wet inkomstenbelasting 2001 3.90
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Inkomstenbelasting
Instantie: Rechtbank Noord-Nederland
Editie: 2 oktober