Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat de inspecteur het FIOD-dossier als bewijs mag gebruiken. X maakt namelijk niet aannemelijk dat de inspecteur zonder toe- of instemming van de Officier van Justitie gegevens uit het strafrechtelijk onderzoek heeft gebruikt.

Uit een strafrechtelijk onderzoek blijkt dat X duizenden IB-aangiften heeft ingediend. In zijn IB-aangiften heeft hij de inkomsten die hij voor deze werkzaamheden heeft ontvangen niet verantwoord, en tevens heeft X geen OB-aangiften ingediend. Naar aanleiding van het onderzoek legt de inspecteur IB-navorderingsaanslagen aan X op over de jaren 2008 - 2010, en corrigeert hij de IB-aangifte 2011. De inspecteur gaat daarbij uit van circa 1500 aangiften per jaar, en een vergoeding van € 46 per aangifte. X stelt echter dat hij in totaal 5777 aangiften heeft ingediend, en dat de vergoeding slechts € 35 per aangifte bedroeg. Verder stelt X dat hij voor een groot deel van de aangiften geen vergoeding heeft ontvangen. Rechtbank Gelderland oordeelt dat de bewijslast moet worden omgekeerd, omdat X niet de vereiste aangifte heeft gedaan. Volgens de rechtbank maakt de inspecteur namelijk aannemelijk dat X over de jaren 2008 - 2011 inkomsten niet in zijn aangiften heeft verwerkt, en dat de volgens de aangifte verschuldigde belasting zowel absoluut als relatief bezien aanzienlijk lager is dan de werkelijk verschuldigde belasting. Vervolgens stelt de rechtbank vast dat X niet aannemelijk maakt dat hij in het merendeel van de gevallen geen vergoeding heeft ontvangen voor zijn werkzaamheden. De rechtbank overweegt daarbij dat niet valt in te zien waarom X, als hij geen vergoeding zou ontvangen, toch telkens per persoon een bedrag heeft vermeld in de schriften waarin hij zijn werkzaamheden bijhield. De rechtbank laat de aangiften in stand, omdat de inspecteur volgens de rechtbank is uitgegaan van een redelijke schatting.

Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat de inspecteur het FIOD-dossier als bewijs mag gebruiken. Volgens het hof maakt X namelijk niet aannemelijk dat de inspecteur zonder toe- of instemming van de Officier van Justitie gegevens uit het strafrechtelijk onderzoek heeft gebruikt. Hij maakt niet aannemelijk dat de inspecteur geen mondelinge toestemming had voor het gebruik van de gegevens. Dat een schriftelijke vastlegging van de mondelinge toestemming ontbreekt, acht het hof verder niet relevant. Het hof bevestigt de uitspraak van de rechtbank.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet inkomstenbelasting 2001 3.90

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Inkomstenbelasting

Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden

Editie: 6 februari

5

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen