X voert in zijn aangifte IB/PVV 2012 giften aan een ANBI-stichting op als aftrekpost. De inspecteur staat de giftenaftrek, na door X verstrekte bankafschriften, toe. De FIOD start in september 2015 een strafrechtelijk onderzoek bij de stichting. Daaruit blijkt dat deze betrokken was bij grootschalige fraude met valse kwitanties. De inspecteur legt X een navorderingsaanslag IB/PVV 2012 op waarbij de giftenaftrek wordt teruggenomen. Ook wordt een vergrijpboete opgelegd. In hoger beroep is alleen de vergrijpboete nog in geschil.
Volgens Hof Den Haag staat vast dat de inspecteur een boete heeft opgelegd in verband met het doen van contante giften in 2012 en het gebruikmaken van valse giftkwitanties. Het bewijsvermoeden van de inspecteur is in dit geval hoofdzakelijk gebaseerd op het FIOD-onderzoek bij de stichting. Dat betekent niet dat ook in het geval van X sprake is van deelname aan de handel in valse kwitanties en daarmee van het opzettelijk dan wel grofschuldig te weinig betalen van belasting. De inspecteur bewijst niet dat het aan opzet of grove schuld van X te wijten is geweest dat te weinig belasting is geheven. De boetebeschikking is door de rechtbank terecht vernietigd. Het hoger beroep van de inspecteur is ongegrond.
Wetsartikelen:
Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden 6
Algemene wet inzake rijksbelastingen 67e
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Fiscaal bestuurs(proces)recht
Instantie: Hof Den Haag
Editie: 23 november