X geeft in 2008 in zijn aangifte IB/PVV 2008 een eigenwoningschuld aan van € 235.000. Verder voert hij een bedrag van € 13.999 op aan aftrekbare kosten van de eigen woning. De inspecteur verlaagt het bedrag van de eigenwoningschuld naar € 91.000 en het bedrag aan aftrekbare kosten naar € 4.020. In geschil zijn de correcties.
Hof Amsterdam (EK IX, 13 maart 2014, 13/00246, V-N Vandaag 2014/715) oordeelt dat X een bedrag van € 4.941 aan aftrekbare kosten in aanmerking mag nemen. Volgens het hof heeft de inspecteur een fout gemaakt in de berekening van de aftrekbare kosten. X is over 2008 in totaal een rente verschuldigd van € 10.664,90. X betaalt ook nog een vergoeding wegens te late betaling van € 127,35. Van het totaalbedrag kan X € 4.941 fiscaal in aanmerking nemen. In zoverre is het gelijk aan X. De Hoge Raad oordeelt dat de middelen of klachten niet tot cassatie kunnen leiden (art. 81 Wet RO).
Wetsartikelen:
Wet inkomstenbelasting 2001 3.120