Advocaat-generaal Ettema concludeert, naar aanleiding van het NGD-arrest, dat is voldaan aan de vereisten voor financiële verwevenheid. X BV vormt samen met de drie BV’s een fiscale eenheid-BTW.

Hof 's-Hertogenbosch oordeelt dat de door X geclaimde huisvestingskosten niet aftrekbaar zijn. De werkruimte betreft namelijk niet een zelfstandige kantoorruimte in de zin van de Wet IB 2001. De werkruimte bezit onvoldoende zelfstandigheid ten opzichte van de woning om als zodanig verhuurd te kunnen worden aan een derde.

Hof 's-Hertogenbosch oordeelt dat de inspecteur de aftrek van voorbelasting voor de horeca-uitgaven terecht heeft gecorrigeerd. De voorbelasting op dergelijke kosten komt niet voor aftrek in aanmerking.

Een Public Limited Company (PLC), opgericht naar het recht van het Verenigd Koninkrijk (VK), kwalificeert voor de toepassing van de Wet IB 2001, de Wet VPB 1969, de Wet DB 1965 en de Wet BB 2021 als een kapitaalvennootschap, zijnde een niet-transparant lichaam. Dat is het standpunt van de Kennisgroep belastingplicht en kwalificatie rechtsvormen.

De premie voor de zorgverzekering die op de peildatum voor box 3 nog niet is betaald vormt geen schuld. Ook is vooruitbetaalde premie voor een zorgverzekering geen bezitting in box 3. Dat is het standpunt van de Kennisgroep inkomstenbelasting niet-winst.

De Hoge Raad oordeelt, onder verwijzing naar de conclusie van de A-G, dat voor de berekening van de waardestijging de WOZ-waarden voor de jaren 2019 en 2020 van belang zijn. Hierdoor wordt dan in feite rekening gehouden met de waardestijging in 2018.

De Hoge Raad oordeelt dat rekening moet worden gehouden met ongerealiseerde vermogenswinsten. Voor een tweede woning hoeft geen eigen gebruik in aanmerking te worden genomen. Verder is de overlijdensschade-uitkering niet vrijgesteld van de rendementsgrondslag van box 3.

Uit een evaluatieonderzoek blijkt dat het verlaagd VPB-tarief van 19% voor de eerste € 200.000 aan belastbaar bedrag beperkt doeltreffend en niet doelmatig is. Legitimering voor overheidsingrijpen ontbreekt, mede omdat de regeling geen duidelijke onderbouwing of probleemstelling kent. Staatssecretaris Van Oostenbruggen van Financiën stuurt het evaluatierapport naar de Tweede Kamer.

Hoe rijk ouders zijn, wordt steeds bepalender voor de rijkdom van hun kinderen. Tot die conclusie komt het Centraal Planbureau (CPB) na onderzoek. De belangrijke adviseur van het kabinet waarschuwt dat hierdoor ongelijke kansen voor kinderen kunnen ontstaan.