Belanghebbende, X, is beherend vennoot van een commanditaire vennootschap en gerechtigd tot 80% van de winst daarvan. De cv houdt zich bezig met fiscale dienstverlening. Verder is X enig bestuurder van een stichting. X verricht betaalde activiteiten voor de stichting en beschouwt deze als verricht in zijn onderneming (de cv). De inspecteur corrigeert de door X in 2011 aangegeven winst uit de cv op diverse punten. Ook legt hij aan X een verzuimboete van € 226 op omdat X zijn aangifte te laat heeft ingediend.
Hof Den Haag oordeelt in navolging van de rechtbank dat de inspecteur de winst uit de cv waarvan X beherend vennoot is, terecht op verschillende punten heeft gecorrigeerd. De inspecteur heeft de gelden die X in 2011 heeft opgenomen uit de stichting terecht in zijn geheel aangemerkt als omzet van de cv. Dat het verschil tussen het gefactureerde bedrag en de totale betaling van de stichting aan de cv een lening betreft, heeft X niet aannemelijk gemaakt. X heeft ‘overeenkomsten van geldlening' overgelegd, maar de inspecteur maakt aannemelijk dat het hier een schijnhandeling betreft. Verder oordeelt de rechtbank dat X geen aftrek kan toepassen voor de kosten van juridische bijstand. X past het kasstelsel toe. Omdat X de kosten niet heeft betaald, is aftrek niet mogelijk. Het hof ziet geen mogelijkheid om het kasstelsel aan te passen naar het factuurstelsel. Ook heeft X op geen enkele manier aannemelijk gemaakt dat hij aan het urencriterium voldoet. De inspecteur heeft de zelfstandigenaftrek terecht gecorrigeerd. Het hof oordeelt dat de rechtbank de boete terecht heeft gehandhaafd. Het hoger beroep van X is ongegrond.
Wetsartikelen:
Wet inkomstenbelasting 2001 3.76
Wet inkomstenbelasting 2001 3.25