Hof Amsterdam oordeelt in navolging van de rechtbank dat met de uitspraken van de inspecteur van 6 november 2015 de bezwaarfase is geëindigd. Daarmee heeft de inspecteur uitspraak op bezwaar gedaan binnen twee weken na ontvangst van de ingebrekestelling. Een dwangsom is niet aan de orde.

Belanghebbende, X, maakt op 9 juni 2015 bezwaar tegen een naheffingsaanslag omzetbelasting met twee verzuimboeten (aangifte- en betaalverzuim). Per brief van 26 oktober 2015 stelt X de inspecteur in gebreke omdat nog niet op het bezwaar is beslist. In een uitspraak op bezwaar van 6 november 2015 vermindert de inspecteur de naheffingsaanslag en de verzuimboete wegens het betaalverzuim naar nihil. In een afzonderlijke uitspraak op bezwaar handhaaft de inspecteur de verzuimboete wegens aangifteverzuim. X stelt dat uit een brief van de inspecteur van 12 oktober 2015 volgt dat ook de verzuimboete wegens aangifteverzuim zou worden vernietigd. Dit laatste is pas gebeurd op 24 december 2015, zodat pas op die datum de bezwaarfase volledig is afgerond. Volgens X bestaat recht op de maximale dwangsom van € 1260 wegens niet tijdig beslissen.

Hof Amsterdam oordeelt in navolging van de rechtbank dat met de uitspraken van de inspecteur van 6 november 2015 de bezwaarfase is geëindigd. Daarmee heeft de inspecteur uitspraak op bezwaar gedaan binnen twee weken na ontvangst van de ingebrekestelling. Een dwangsom is niet aan de orde. Het besluit van de inspecteur op 24 december 2015 om de verzuimboete te vernietigen, is een besluit in de ambtshalve sfeer en doet niet af aan het feit dat al uitspraak op bezwaar is gedaan. Het hoger beroep van X is ongegrond.

Lees ook het thema Verzuim- en vergrijpboetes: Een kwestie van verschil.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet bestuursrecht 4:17

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Bronbelasting

Instantie: Hof Amsterdam

Editie: 2 januari

4

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen