X BV maakt bezwaar tegen de VPB-aanslag 2015 in verband met de waardering van een stuk grond. Na overleg tussen partijen stelt de inspecteur bij wijze van compromis voor 2016 een verlies vast. Dit verlies wordt verrekend met de belastbare winst van X BV over 2015, waarbij de bij de aanslagregeling 2015 vastgestelde belastingrente niet wijzigt. Als reactie op een vraag van X BV antwoordt de inspecteur dat dit in overeenstemming is met de wet (art. 30fe AWR) en dat hij de pijn niet kan verzachten. X BV maakt daarop (opnieuw) bezwaar, dat door de inspecteur niet-ontvankelijk wordt verklaard. Rechtbank Noord-Nederland verklaart het beroep ongegrond en wijst het verzoek van X BV om toekenning van een vergoeding voor geleden immateriële schade af.
Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat de belastingrente 2015 geen deel uitmaakt van het gesloten compromis. X BV heeft dit geschilpunt namelijk niet naar voren gebracht. Ter zitting verklaart X BV dat de belastingrente in de stukken op ‘0’ is gezet om het op deze manier mee te trekken in het compromis. Het hof merkt hierover op dat de inspecteur er, nu een expliciete opmerking van X BV over een vermindering van de belastingrente voor het jaar 2015 ontbreekt, niet op bedacht behoefde te zijn dat X BV mogelijk meende dat het te sluiten compromis mede daarop zou zien. Het beroep van X BV op dwaling wordt ook verworpen door het hof. Wel heeft X BV recht op een ISV.
Wetsartikelen:
Wet op de vennootschapsbelasting 1969 21
Algemene wet inzake rijksbelastingen 30fe
Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden
Rubriek: Vennootschapsbelasting, Fiscaal bestuurs(proces)recht
Editie: 6 februari
Informatiesoort: VN Vandaag