Rechtbank Gelderland beslist dat de inspecteur de bezwaren van X tegen de vervolgingskosten gegrond had moeten verklaren in plaats van niet-ontvankelijk. De kosten zijn in de bezwaarfase namelijk ambtshalve verminderd tot nihil.

Aan X is uitstel van betaling verleend voor twee naheffingsaanslagen omzetbelasting. Niettemin ontvangt X een dwangbevel. Nadat X bezwaar maakt, worden de vervolgingskosten verminderd tot nihil. De bezwaren worden vervolgens niet-ontvankelijk verklaard, omdat er geen belang meer bij zou zijn. X komt in beroep.

Volgens Rechtbank Gelderland is de inspecteur niet van het juiste criterium uitgegaan. Het is onbegrijpelijk dat gedurende een lopende bezwaarprocedure tegen de vervolgingskosten die kosten ambtshalve worden verminderd waarna het bezwaar niet-ontvankelijk wordt verklaard. Ten tijde van het indienen van de bezwaren tegen de vervolgingskosten op 1 mei 2017 had X daarbij belang. Niet in geschil is namelijk dat de vervolgingskosten pas na 4 mei 2017 op nihil zijn gesteld. Nu de vervolgingskosten inmiddels door de inspecteur al teruggebracht zijn tot nihil, volstaat de rechtbank met gegrondverklaring van het bezwaar en toekenning van een proceskostenvergoeding aan X.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Besluit proceskosten bestuursrecht 2

Algemene wet inzake rijksbelastingen 26

Algemene wet inzake rijksbelastingen 22j

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Bronbelasting, Invordering

Instantie: Rechtbank Gelderland

Editie: 12 februari

1

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen