Rechtbank Noord-Nederland oordeelt dat de inspecteur het tweede bezwaarschrift onterecht niet-ontvankelijk heeft verklaard. Hij had het tweede bezwaarschrift als beroepschrift moeten doorsturen naar de rechtbank.

X maakt bezwaar tegen de aan hem opgelegde navorderingsaanslag IB 2014. De inspecteur verklaart het bezwaar op 17 december 2018 ongegrond. Naar aanleiding van de aan hem opgelegde IB-aanslagen 2015 - 2017 maakt X 30 november 2019 nog een keer bezwaar en betrekt hierbij tevens de IB-aanslag 2014. Vanwege termijnoverschrijding verklaart de inspecteur het tweede bezwaar tegen de IB-aanslag 2014 niet-ontvankelijk. X is het daar niet mee eens. Hij is van mening dat de inspecteur zich er wel heel erg makkelijk vanaf maakt.

Rechtbank Noord-Nederland oordeelt dat de inspecteur het tweede bezwaarschrift onterecht niet-ontvankelijk heeft verklaard. Hij had het tweede bezwaarschrift als beroepschrift moeten doorsturen naar de rechtbank. De rechtbank merkt het tweede bezwaarschrift alsnog aan als een ingediend beroepschrift en verklaart het niet-ontvankelijk wegens termijnoverschrijding.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet bestuursrecht 8:6

Algemene wet bestuursrecht 6:7

Algemene wet bestuursrecht 6:6

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Fiscaal bestuurs(proces)recht

Instantie: Rechtbank Noord-Nederland

Editie: 18 mei

34

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen