Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de inspecteur, nu sprake is van een ambtshalve vermindering van de aanslag, een zekere onderzoeksplicht heeft. Hij heeft een ambtelijk verzuim begaan door te volstaan met een (marginale) toets van het verzoek om ambtshalve vermindering.

X volgt in 2011 - 2014 een opleiding bij de politie. In 2014 wordt X, in verband met de opleiding, gekort op haar loon (€ 3908). In 2018 dient X een herziene aangifte in. In deze herziene aangifte brengt X het bedrag van € 3908 in aftrek als persoonsgebonden aftrek wegens scholingsuitgaven. De inspecteur merkt de herziene aangifte aan als een bezwaarschrift, verklaart het niet-ontvankelijk en komt ambtshalve tegemoet aan het bezwaar. Als de inspecteur er achter komt dat de aftrekpost niet ziet op scholingsuitgaven, legt hij een IB-navorderingsaanslag op aan X.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de inspecteur weliswaar over een nieuw feit beschikt, maar dat hij een ambtelijk verzuim heeft begaan. De rechtbank overweegt daarbij dat de inspecteur, nu sprake is van een ambtshalve vermindering van de aanslag, een zekere onderzoeksplicht heeft. Hij verleent de ambtshalve vermindering alleen wanneer hem is gebleken dat de aanslag te hoog is vastgesteld. Nu de inspecteur heeft volstaan met een (marginale) toets van het verzoek om ambtshalve vermindering en geen aanvullende informatie daarover bij X heeft opgevraagd of anderszins een nader onderzoek heeft gedaan naar de in aftrek gebrachte studiekosten, kan hij niet navorderen. De rechtbank vernietigt de navorderingsaanslag.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Uitvoeringsbesluit inkomstenbelasting 2001 45aa

Wet inkomstenbelasting 2001 9.6

Algemene wet inzake rijksbelastingen 16

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Fiscaal bestuurs(proces)recht

Instantie: Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Editie: 18 februari

Carrousel: Carrousel

32

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen