Hof 's-Hertogenbosch oordeelt dat de inspecteur aan belanghebbende ten onrechte geen VAR-DGA heeft afgegeven. De Hoge Raad oordeelt dat de middelen of klachten niet tot cassatie kunnen leiden (art. 81 Wet RO).

X is actief als trainer en coach in de J-sport. X is tevens directeur-grootaandeelhouder van C BV. Hij verricht zijn activiteiten als trainer en coach sinds 1995 voor rekening en risico van C BV. Medio 2005 hebben A en C BV een overeenkomst van opdracht gesloten voor het verrichten van werkzaamheden als bondscoach. X meent dat de door hem verrichte werkzaamheden, die voortvloeien uit de relatie met A, verricht zijn voor rekening en risico van de BV. In hoger beroep is in geschil of X recht heeft op een VAR-DGA. Hof 's-Hertogenbosch (MK I, 25 november 2011, 11/00256, V-N 2012/14.2.4) oordeelt dat X recht heeft op een VAR-DGA.Er is geen sprake van een dienstbetrekking tussen X en A. X verricht de werkzaamheden voor A in het kader van een tussen A en C BV gesloten overeenkomst van opdracht. Het gelijk is aan X. De Hoge Raad oordeelt dat de middelen of klachten niet tot cassatie kunnen leiden (art. 81 Wet RO). NB In V-N 2012/14.2.4 hebben wij vermeld dat de Staatssecretaris van Financiën in cassatie is gegaan. Nu blijkt dat beide partijen in cassatie zijn gegaan en dat de staatssecretaris zijn cassatieberoep later heeft ingetrokken.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet inkomstenbelasting 2001 3.156

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Inkomstenbelasting, Loonbelasting

Instantie: Hoge Raad

Editie: 17 april

2

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen