Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat het Belastingverdrag Nederland-Australië alleen maar betrekking heeft op het vermijden van dubbele belastingheffing. Voor een tegemoetkoming op grond van het verdrag voor de AWBZ-premie is dan geen plaats.

X geniet in 2009 in Nederland een Australisch pensioen van € 20.002. Hierover is hij € 1561 aan IB/PVV verschuldigd. De IB/PVV bestaat geheel uit AWBZ-premie. X stelt dat het Australische pensioen niet tot het premie-inkomen kan worden gerekend. Volgens X is hij namelijk in Australië in feite ook onderworpen aan een premieheffing voor sociale zekerheid omdat de uitgaven daarvoor in Australië uit de algemene belastingmiddelen worden voldaan.

Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat het Belastingverdrag Nederland-Australië alleen maar betrekking heeft op het vermijden van dubbele belastingheffing. Vervolgens merkt het hof op dat de heffing in Nederland van premies voor de sociale verzekeringswetten niet kan worden aangemerkt als belastingheffing. Volgens het hof doet hieraan niet af dat de wijze waarop in Nederland PVV worden geheven sinds 1 januari 1990 aanmerkelijk is gewijzigd en er sindsdien sprake is van een geïntegreerde heffing met de LB en IB. Het gelijk is aan de inspecteur.

[Bron Uitspraak]

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Internationaal belastingrecht, Premieheffing

Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden

Editie: 7 augustus

3

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen