X geniet een WGA-uitkering. Op haar vooringevulde aangifte (VIA) is deze uitkering opgenomen in de rubriek ‘Inkomsten uit werk en woning' als ‘loon en ZW-uitkeringen'. X heeft als gevolg van deze rubricering recht op de arbeidskorting en de inkomensafhankelijke combinatiekorting. De inspecteur corrigeert dit bij het opleggen van de aanslag. X is echter van mening dat er sprake is van een fout die voor rekening van de inspecteur komt.
Hof Den Haag (MK I, 19 juli 2017, BK-17/00006, V-N Vandaag 2017/1823) oordeelt dat X geen recht heeft op de arbeidskorting en de inkomensafhankelijke combinatiekorting. De WGA-uitkering vormt namelijk geen inkomen uit tegenwoordige dienstbetrekking. Verder merkt het hof nog op dat X, ook als zij gebruik maakt van de VIA, zelf verantwoordelijk blijft voor de indiening van een juiste IB-aangifte. De inspecteur is niet gehouden om bij het opleggen van de aanslag de onjuiste rubricering van de genoten inkomsten in de VIA te volgen. Het gelijk is aan de inspecteur.
De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk omdat de aangevoerde klachten geen behandeling in cassatie rechtvaardigen (art. 80a Wet RO).
Wetsartikelen:
Wet inkomstenbelasting 2001 8.14a
Wet inkomstenbelasting 2001 8.11