Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt in hoger beroep dat de inspecteur volgens het proces-verbaal van de rechtbankzitting zelf het voorstel tot beperking van de winstcorrectie heeft gedaan.
X bv is beherend vennoot van X cv en is gerechtigd tot 90% van haar resultaat. Aan X cv is een lening verstrekt van € 3.233.500 en eind 2013 heeft X bv een vordering in rekening-courant van € 2.860.746. Naar aanleiding van de VPB-aangifte over dat jaar constateert de inspecteur dat X bv geen rente-inkomsten inzake deze vorderingen heeft opgenomen en dat ook geen vordering op de balans staat voor de schuldig gebleven rente. In geschil is de winstcorrectie. Op de zitting van Rechtbank Gelderland blijkt dat de correctie moet worden beperkt tot € 7000. De inspecteur stelt in hoger beroep dat met de € 7000 het financiële belang is bedoeld, omdat er geen verband is tussen de rente van € 288.357 en de correctie van € 7000.
Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat de inspecteur volgens het proces-verbaal van de zitting zelf het voorstel tot beperking van de correctie tot € 7000 heeft gedaan. Dit voorstel is door X bv geaccepteerd en de rechtbank heeft het terecht aldus in haar uitspraak verwerkt. Dat de inspecteur mogelijk iets anders bedoeld heeft, is in het proces-verbaal niet tot uitdrukking gekomen. Naast de uitspraak van de rechtbank is het proces-verbaal van de zitting de enige kenbron van wat daar is voorgevallen (vgl. HR 22 april 2011, 10/03541, V-N 2011/21.8). Het beroep van de inspecteur is ongegrond.
Wetsartikelen:
Wet inkomstenbelasting 2001 3.25
Wet op de vennootschapsbelasting 1969 8
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Vennootschapsbelasting, Fiscaal bestuurs(proces)recht
Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden
Editie: 23 september