X schrijft zich op 5 februari 2001 uit uit de gemeentelijke basisadministratie en geeft daarbij op dat hij vanaf die datum in Spanje woont. De inspecteur nodigt X vervolgens niet meer uit om IB-aangiften in te dienen. X heeft dan ook sinds 2001 geen IB-aangifte meer ingediend. Op 23 oktober 2009 wordt X veroordeeld voor verboden wapenbezit en valsheid in geschrifte. Naar aanleiding hiervan volgt een boekenonderzoek bij X. De inspecteur stelt zich vervolgens op het standpunt dat X in de jaren 2001 en 2003 tot en met 2006 in Nederland woonde, en legt IB-(navorderings)aanslagen op aan X. De inspecteur gaat daarbij uit van de gegevens uit het strafrechtelijk financieel onderzoek over de jaren 2003 tot en met 2006. Rechtbank Gelderland oordeelt dat de inspecteur aannemelijk maakt dat X in Nederland woonde. De rechtbank hecht daarbij met name waarde aan het feit dat de partner en de kinderen van X in Nederland woonden. Verder is de rechtbank van mening dat de bewijslast niet kan worden omgekeerd en verzwaard, omdat X niet is uitgenodigd tot het doen van aangifte, en de inspecteur geen informatiebeschikkingen heeft genomen. De rechtbank is het met de inspecteur eens dat de resultaten van het strafrechtelijk onderzoek als uitgangspunt mogen worden genomen bij het opleggen van de aanslagen, maar vermindert uiteindelijk nog wel de aanslagen over de jaren 2001 en 2003.
Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat X in Nederland woonde. Het hof overweegt daarbij dat de partner van X, en hun kinderen, in Nederland woonden, en dat de partner een woning in Nederland heeft laten bouwen. Ook merkt het hof op dat X meestentijds in Nederland verbleef. Nu X ook niet aannemelijk maakt dat hij in Spanje aan de IB-heffing was onderworpen, heeft de inspecteur X volgens het hof terecht in de Nederlandse IB-heffing betrokken. Het hof verlaagt de aanslagen echter nog wel. De inspecteur is bij het vaststellen van de inkomens namelijk uitgegaan van de resultaten van het strafrechtelijk onderzoek, maar heeft deze uitkomsten vervolgens nog met € 50.000 verhoogd, omdat er sprake is van criminele activiteiten. Dat acht het hof niet correct.
Wetsartikelen:
Algemene wet inzake rijksbelastingen 4