X woont in Italië. Haar zus, A, is op 2 augustus 2018 overleden. Zij woonde toen in Nederland en had de Nederlandse en Italiaanse nationaliteit. A heeft een appartement, gelegen in Italië, gelegateerd aan X. De inspecteur legt een aanslag erfbelasting op naar de waarde van het legaat, verminderd met de Italiaanse belasting. X gaat in beroep. In geschil is of er sprake is van een belastbare verkrijging voor de Nederlandse erfbelasting en of de Nederlandse wet- en regelgeving in strijd is met het discriminatieverbod.
Hof Amsterdam oordeelt dat Nederland een wettelijke grondslag heeft om te heffen, omdat A ten tijde van het overlijden Nederland als woonplaats had. De woonplaats en nationaliteit van X zijn daarvoor niet relevant. Voor de toepassing van het discriminatieverbod uit het belastingverdrag moet X worden vergeleken met een persoon die de Nederlandse nationaliteit heeft en die hetzelfde legaat verkrijgt. Omdat beide situaties tot dezelfde Nederlandse belastingplicht leiden, oordeelt het hof dat de belastingheffing niet in strijd is met het discriminatieverbod. Het hoger beroep is ongegrond.
Wetsartikelen:
Besluit voorkoming dubbele belasting 2001 47
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Europees belastingrecht, Schenk- en erfbelasting, Internationaal belastingrecht
Instantie: Hof Amsterdam
Editie: 15 maart