X en Y zijn de vennoten van belanghebbende, Y en X vof. Y en X vof drijft een eethuis. Bij een onderzoek treft de inspecteur in het huis van X agenda’s aan met overzichten van namen en urenstaten van werknemers, betaalde bedragen, inkopen en andere omzetgegevens. Hij legt vervolgens, aan de hand van deze aantekeningen, LB- en BTW-naheffingsaanslagen op aan Y en X vof. Voor de LB past de inspecteur het anoniementarief toe.
Rechtbank Gelderland oordeelt dat de inspecteur aannemelijk maakt dat Y en X vof zowel verhoudingsgewijs als absoluut aanzienlijke bedragen aan belasting niet heeft aangegeven. De rechtbank gaat er daarbij vanuit dat de bij X gevonden aantekeningen betrekking hebben op de werkelijke dienstroosters en de werkelijk uitbetaalde lonen. Het is dan aannemelijk dat de uitbetaalde lonen veel hoger zijn geweest dan uit de aangiften blijkt. Dat X zich niet alles meer kan herinneren, is volgens de rechtbank niet van belang. Ook is niet van belang dat de aantekeningen door verschillende mensen zijn gemaakt. Van belang is dat aannemelijk is dat de aantekeningen de werkelijke dienstroosters en uitbetaalde lonen weergeven. Aangezien de rechtbank van mening is dat de inspecteur bij het vaststellen van de naheffingsaanslagen een redelijke schatting heeft gemaakt, blijven de naheffingsaanslagen in stand. In verband met de ernstige financiële problemen van X en Y matigt de rechtbank nog wel de opgelegde boeten.
Wetsartikelen:
Wet op de loonbelasting 1964 9
Wet op de omzetbelasting 1968 1
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Loonbelasting, Omzetbelasting
Instantie: Rechtbank Gelderland
Editie: 27 maart