Rechtbank Den Haag oordeelt dat de inspecteur onvoldoende aannemelijk maakt dat X betrokken is bij btw-fraude. De naheffingsaanslag omzetbelasting is derhalve onterecht opgelegd.

Fiscale eenheid X is een groothandel in metalen. Naar aanleiding van een strafrechtelijk onderzoek legt de inspecteur een naheffingsaanslag omzetbelasting op, omdat sprake zou zijn van btw-fraude met Britse afnemers en X daarom geen recht op het nultarief heeft. In geschil is of X wist of had moeten weten van de btw-fraude en of de naheffingsaanslag terecht is opgelegd.

Rechtbank Den Haag overweegt op basis van Europese en nationale jurisprudentie dat de inspecteur aannemelijk moet maken dat sprake is van btw-fraude en dat X hiervan wist of had moeten weten. De rechtbank is van mening dat weliswaar voldoende signalen zijn dat bij een aantal van de Britse afnemers frauduleus wordt gehandeld, maar dat de inspecteur onvoldoende aannemelijk maakt dat er ook fraude zou bestaan in de transacties van X met de Britse afnemers. De rechtbank acht het beroep gegrond.

Lees ook het thema Btw-(carrousel)fraude.

[Bron Uitspraak]

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Omzetbelasting

Instantie: Rechtbank Den Haag

Editie: 27 juli

Carrousel: Carrousel

91

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen