Aan belanghebbende, X, is een navorderingsaanslag successierecht opgelegd omdat X volgens de inspecteur gerechtigd is tot door erflaatster in het buitenland aangehouden vermogen. De inspecteur baseert dit op een becijfering van de inspecteur die de aangiften IB/PVV van de zussen van X heeft behandeld (hierna: de IB-inspecteur). Aan die becijfering liggen volgens de inspecteur gegevens ten grondslag die hij niet maar de IB-inspecteur wel heeft en die zijn verstrekt door familieleden van X. De becijfering is wel overgelegd; de onderliggende gegevens niet.
Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de inspecteur niet verplicht is tot overlegging van gegevens die hij niet heeft. Met de ingebrachte gegevens is de inspecteur er echter niet in geslaagd aannemelijk te maken dat en tot welk bedrag erflaatster op de overlijdensdatum banksaldi in het buitenland aanhield. De rechtbank vernietigt de navorderingsaanslag. Tot diezelfde beslissing komt de rechtbank indien de onderliggende gegevens wel ingebracht hadden moeten worden. De weigering van de inspecteur om de stukken te overleggen, is dan reden om de navorderingsaanslag te vernietigen.
Wetsartikelen:
Algemene wet inzake rijksbelastingen 16
Algemene wet bestuursrecht 8:42
Algemene wet bestuursrecht 7:4
Algemene wet bestuursrecht 7:2
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Bronbelasting
Instantie: Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Editie: 1 maart