Rechtbank Den Haag oordeelt dat de verlengde navorderingstermijn niet van toepassing is op de box-1-correcties die de inspecteur heeft toegepast. Een deel van de box-1-correcties komt daardoor te vervallen. X beroept zich echter tevergeefs op de inkeerregeling.

Aan belanghebbende, X, zijn navorderingsaanslagen inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen opgelegd voor de jaren 2004 t/m 2014 met vergrijpboetes en heffingsrente- respectievelijk belastingrentebeschikkingen. Een deel van de navorderingsaanslagen is opgelegd met toepassing van de verlengde navorderingstermijn.

Rechtbank Den Haag oordeelt dat de verlengde navorderingstermijn niet van toepassing is op de box-1-correcties die de inspecteur heeft toegepast. De inspecteur maakt niet aannemelijk dat de verzwegen inkomsten op het gebied van woninginrichting in het buitenland zijn opgekomen. De enkele stelling dat deze inkomsten mogelijk in het buitenland zijn opgekomen, is daartoe onvoldoende. Gevolg is dat verschillende box-1-correcties komen te vervallen. Voor de UBS-rekening en de Duitse bankrekening is geen sprake van vrijwillige inkeer. Op het moment dat X besloot in te keren moet hij redelijkerwijs al op de hoogte zijn geweest van het onderzoek van de fiscus naar UBS-zwartspaarders. Vanwege overboekingen tussen deze rekeningen had X ook objectief moeten vermoeden dat de Duitse bankrekening ook snel in het zicht van de fiscus zou komen.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet inzake rijksbelastingen 67n

Algemene wet inzake rijksbelastingen 16

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Bronbelasting

Instantie: Rechtbank Den Haag

Editie: 4 juni

2

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen