Hof ’s-Hertogenbosch oordeelt dat X BV niet aannemelijk maakt dat de ontbrekende caravans zijn gestolen. Elk bewijs van diefstal, zoals onder andere de aangifte daarvan, ontbreekt. Het is dan aannemelijk dat de caravans zijn verkocht. De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie zonder nadere motivering ongegrond (art. 81 lid 1 Wet RO).
X BV exploiteert een onderneming in de vakantiebranche. Uit een boekenonderzoek blijkt dat caravans zijn verdwenen en twee nieuwe caravans ter waarde van € 15.000 zijn afgewaardeerd naar nihil, maar uiteindelijk voor deze waarde zijn verkocht. De inspecteur legt in verband hiermee een navorderingsaanslag VPB 2014 op aan X BV. Verder voegt de inspecteur de balanspost ‘nog te betalen loonheffingen 2012’ toe aan de winst. X BV is het hier niet mee eens.
Hof ’s-Hertogenbosch (V-N 2023/15.1.2) oordeelt dat X BV niet aannemelijk maakt dat de ontbrekende caravans zijn gestolen. Elk bewijs van diefstal, zoals een aangifte daarvan bij de politie, ontbreekt. Het is dan aannemelijk dat de caravans zijn verkocht. De inspecteur heeft de opbrengst van de caravans correct en terecht tot de winst gerekend. Ook heeft de inspecteur de afschrijving van de twee caravans terecht teruggedraaid. Een blote ontkenning van de feiten is niet voldoende om deze correctie te annuleren. Met betrekking tot de balanspost in verband met de loonbelastingschuld volgt het hof de inspecteur in zijn verklaring dat in de systemen van de Belastingdienst geen LB-schuld 2012 openstaat. Ook deze winstcorrectie is daarom terecht. Het gelijk is aan de inspecteur. De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie zonder nadere motivering ongegrond (art. 81 lid 1 Wet RO).
Wetsartikelen:
Wet inkomstenbelasting 2001 3.25
Wet op de vennootschapsbelasting 1969 8