Hof 's-Hertogenbosch stelt de waarde van de aandelen Q bv vast op € 800 per aandeel. Het voordeel dat X geniet, bedraagt dan € 355.500. De door de inspecteur verdedigde waarde van € 2265 is niet redelijk.

Belanghebbende, X, werkt voor E bv. E bv, een private equity fonds, neemt, via haar deelneming Q bv, op 21 augustus 2006 voor bijna € 24,5 mln de aandelen D nv over van H bv. X richt eind 2006 STAK F op. F heeft als doel het verkrijgen van aandelen Q bv. Op 1 januari 2007 treedt X in dienst van D nv. Bij het ontslag door E bv krijgt X de mogelijkheid om een belang in Q bv te verwerven voor € 10 per aandeel. De aandelen D nv worden in 2010 verkocht voor € 520 mln aan een Amerikaans private equity fonds. De inspecteur legt een IB-navorderingsaanslag 2006 op aan X. Hij neemt daarbij een voordeel uit dienstbetrekking in aanmerking in verband met de verwerving van de aandelen Q bv van € 1 mln. Volgens de inspecteur zijn de aandelen Q bv ten tijde van de verkrijging namelijk meer waard dan € 10 per stuk. X is het daar niet mee eens.

Hof 's-Hertogenbosch stelt de waarde van de aandelen Q bv vast op € 800 per aandeel. Het voordeel dat X geniet, bedraagt dan € 355.500. De door de inspecteur verdedigde waarde van € 2265 is niet redelijk. Deze waarde is namelijk afgeleid van een transactie die heeft plaatsgevonden ver na het tijdstip van participatie door X in Q bv. In de tussentijd hebben zich diverse ontwikkelingen voorgedaan. Ook volgt het hof de door de inspecteur verdedigde lineaire waardeontwikkeling niet. Omdat X niet overtuigend aantoont dat de aanslag te hoog is vastgesteld, volgt het hof de door X verdedigde waarde ook niet. Het hof vermindert de navorderingsaanslag.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet inzake rijksbelastingen 27e

Wet inkomstenbelasting 2001 3.81

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Inkomstenbelasting, Fiscaal bestuurs(proces)recht

Instantie: Hof 's-Hertogenbosch

Editie: 14 juli

56

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen