Belanghebbende, X, ontvangt op 15 januari 2009 een voorlopige teruggaaf IB/PVV 2009 van € 809. In geschil is of de inspecteur deze voorlopige teruggaaf mag terugnemen bij het opleggen van de definitieve aanslag IB/PVV 2009.
Hof Den Haag oordeelt dat de inspecteur bij het opleggen van de definitieve aanslag mocht afwijken van de voorlopige teruggaaf van X. Dit levert geen strijd op met het vertrouwensbeginsel. De aanslag die betrekking heeft op belastingjaar 2009, is gedagtekend 14 november 2012 en is daarmee bovendien binnen de driejaarstermijn opgelegd. Verder oordeelt het hof dat X niet aannemelijk heeft gemaakt dat de heffingskorting niet op een te laag bedrag is vastgesteld. Ten slotte is ook de heffingsrente correct berekend. Het hoger beroep van X is ongegrond.
Wetsartikelen:
Algemene wet inzake rijksbelastingen 30f
Algemene wet inzake rijksbelastingen 11