Belanghebbende, X, is geïdentificeerd als tweede rekeninghouder van een of meer rekeningen bij de KB-Lux bank. Als eerste rekeninghouder is geïdentificeerd A, met wie X sinds 1 maart 1996 samenwoont. Omdat zowel X als A ontkennen rekeninghouder te zijn, heeft de inspecteur tot behoud van rechten aan beiden navorderingsaanslagen opgelegd naar het volle bedrag van de geschatte saldi en de geschatte inkomsten daaruit.
De Hoge Raad oordeelt dat de inspecteur twee ontkennende gezamenlijke rekeninghouders van KB-Lux elk voor 100% mag aanslaan. Hof 's-Hertogenbosch overwoog dat - gelet op de volhardende ontkenning van X en A - de onderlinge verhouding van hun gerechtigdheid tot de bankrekening niet is komen vast te staan. Daaruit concludeert het hof dat de inspecteur tot behoud van rechten aanslagen aan zowel X als aan A heeft mogen opleggen, om te vermijden dat de (inkomsten uit) banksaldi buiten de heffing zouden blijven. Deze oordelen geven geen blijk van een onjuiste rechtsopvatting (vgl. HR 13 juli 2012, nr. 11/01171, BNB 2012/291). Het hof hoefde zich van deze oordelen niet te laten weerhouden door het verzoek van A het saldo van en de inkomsten uit de rekening volledig aan hem toe te rekenen voor het geval het hof tot de conclusie zou komen dat X en A de rekeninghouders zijn. De Hoge Raad merkt nog wel op dat de aanvaarding van dubbele heffing tot behoud van rechten niet afdoet aan de mogelijkheid van X en A zich te verweren tegen de invordering ingeval daardoor volgens hen meer belasting wordt betaald dan in totaal ten hoogste verschuldigd kan zijn ter zake van de banksaldi en de daaruit voortvloeiende inkomsten.
Wetsartikelen:
Algemene wet inzake rijksbelastingen 16
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Bronbelasting, Inkomstenbelasting
Instantie: Hoge Raad
Editie: 25 februari