X bv exploiteert een uitzendbureau, en claimt de afdrachtvermindering onderwijs voor 125 van haar werknemers. X bv bood aan deze werknemers de mogelijkheid om een tweejarige opleiding tot Arbeidsmarktgekwalificeerd Assistent (AKA) te volgen. Naar aanleiding van een boekenonderzoek legt de inspecteur LB-navorderingsaanslagen op in verband met de geclaimde afdrachtvermindering. Volgens de inspecteur heeft X bv namelijk geen recht op de afdrachtvermindering, omdat er geen sprake is van een beroepsopleiding. X bv stelt dat de inspecteur niet bevoegd is om voluit te toetsen of de AKA-opleiding voldoet aan de daaraan in de Wet educatie en beroepsonderwijs (WEB) gestelde eisen. Hof Den Haag oordeelt dat de inspecteur bevoegd is om voluit te toetsen of de AKA-opleiding voldoet aan de daaraan in de WEB gestelde eisen. Volgens het hof blijkt uit de wettekst en de wetsgeschiedenis namelijk niet dat de inspecteur niet bevoegd is om te toetsen of aan de eisen is voldaan. X bv gaat in cassatie.
Advocaat-generaal Niessen concludeert dat X bv geen recht heeft op toepassing van de afdrachtvermindering onderwijs. De A-G overweegt hierbij dat het de taak van de belastinginspecteur is om te controleren of diploma's zijn uitgereikt. De bevoegdheid om te toetsen aan de vereisten van de WEB komt volgens de A-G toe aan de onderwijsinspecteur. Nu de werknemers geen diploma's hebben gehaald, is de inspecteur wel bevoegd om te toetsen of zij de beroepspraktijkvorming van de AKA-opleiding hebben gevolgd. Omdat het oordeel van het hof van feitelijke aard is, en niet onbegrijpelijk is, adviseert de A-G de Hoge Raad om het cassatieberoep ongegrond te verklaren.
Wetsartikelen:
Wet vermindering afdracht loonbelasting en premie voor de volksverzekeringen 14
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Loonbelasting
Instantie: Hoge Raad (Advocaat-Generaal)
Editie: 29 mei