Hof Arnhem-Leeuwarden stelt aan de hand van de omschrijving van de onroerende zaken en de foto’s daarvan vast dat de onroerende zaken naar hun aard en inrichting zijn bestemd om te worden gebruikt als parkeerruimte voor een voertuig.

X verhuurt garageboxen. In geschil is of de garagebox eigenlijk een bergruimte is, en dus niet bestemd is voor BTW-belast parkeren, en dat de BTW-vrijstelling van toepassing is. De inspecteur is van mening dat sprake is van BTW-belast parkeren en legt een BTW-naheffingsaanslag op aan X. Rechtbank Gelderland is het met de inspecteur eens dat de verhuur van de garageboxen door X moet worden aangemerkt als de belaste verhuur van parkeerruimte voor voertuigen in de zin van art. 11 lid 1 letter b onderdeel 3 Wet OB 1968.

Hof Arnhem-Leeuwarden stelt aan de hand van de omschrijving van de onroerende zaken en de foto’s daarvan vast dat de onroerende zaken naar hun aard en inrichting zijn bestemd om te worden gebruikt als parkeerruimte voor een voertuig, in het spraakgebruik aangemerkt als garagebox. In de marktplaatsadvertenties worden de zaken ook aangeboden als garageboxen en niet als bergruimte. Daarnaast zijn de zaken bij de bouw bestemd als stallingsplaatsen voor voertuigen die bereikbaar zijn via de openbare weg en niet als (multifunctionele) bergruimten voor de aangrenzende woningen. Verder is nog van belang dat het parkeren van voertuigen niet wordt uitgesloten in de huurcontracten. Ook is het werkelijk gebruik, voor de beoordeling of de verhuur van een onroerende zaak kwalificeert als de verhuur van parkeerruimte voor voertuigen, niet van belang. Het hof bevestigt de uitspraak van de rechtbank.

Lees ook het thema Onroerend goed: vrijgesteld van btw of toch belast?

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet op de omzetbelasting 1968 11

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Omzetbelasting

Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden

79

Gerelateerde artikelen