Rechtbank Noord-Nederland oordeelt in een tussenuitspraak dat de Belastingdienst tevergeefs beperkte kennisneming bepleit voor een bijlage met daarop gegevens van een derde. 

Belanghebbende, X, is het niet eens met een aanslag IB/PVV 2011. In de procedure bij de rechtbank verzoekt de inspecteur de rechtbank om beperkte kennisneming van een bijlage.

Rechtbank Noord-Nederland oordeelt in een tussenuitspraak dat de Belastingdienst tevergeefs beperkte kennisneming bepleit voor een bijlage met daarop gegevens van een derde. Het bepaalde in art. 67 van de AWR staat niet aan bekendmaking in de weg. De geheimhoudingsplicht van art. 67 AWR moet namelijk wijken als het gaat om de verplichting van een bestuursorgaan om de op de zaak betrekking hebbende stukken in te dienen (art. 8:42 Awb) in een bestuursrechtelijke procedure over de juistheid van aanslagen. In feite is het zelfs zo dat art. 67 AWR in een belastingprocedure geen zelfstandige functie heeft naast art. 8:29 Awb (zie Hof Arnhem-Leeuwarden 9 december 2014, nrs. 13/01292 t/m 13/01298, V-N Vandaag 2014/2646 en Hof 's-Hertogenbosch, nr. 13/00377, V-N 2014/47.22.3). De rechtbank wijst de inspecteur nog op het verschil tussen bekendmaking en openbaarmaking. De rechtbank overweegt vervolgens dat de privacy van derden een zwaarwegende reden zou kunnen zijn om kennisneming van de bijlage op grond van art. 8:29 Awb te beperken. In dit geval is dit echter niet aan de orde, omdat X in het verweerschrift al kennis heeft kunnen nemen van de inhoud van de bijlage. De rechtbank wijst het verzoek van de Belastingdienst om beperkte kennisname van de bijlage af.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet inzake rijksbelastingen 67

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Bronbelasting

Instantie: Rechtbank Noord-Nederland

Editie: 11 februari

2

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen