Y, de partner van belanghebbende, X, is betrokken geweest bij een verkeersongeval. Y is hierbij gewond geraakt. In 2012 ontvangt Y een lumpsum van € 303.000 in verband met het ongeval. De inspecteur wijst het verzoek van X om kindgebonden budget, zorg- en huurtoeslag voor het jaar 2013 af. De inspecteur wijst er daarbij op dat de grondslag voor sparen en beleggen van X en Y meer bedraagt dan € 80.000. X verzoekt de inspecteur vervolgens om rekening te houden met bijzonder vermogen van Y. De inspecteur honoreert het verzoek van X niet, omdat X volgens de inspecteur niet duidelijk maakt in hoeverre er sprake is van een immateriële schadevergoeding.
Rechtbank Noord-Nederland oordeelt dat het niet aan X is om aannemelijk te maken welk deel van de schadevergoeding is betaald voor immateriële schadevergoeding. De rechtbank verwijst hierbij naar de uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State van 6 november 2013, nr. 201205976/1/A2. De rechtbank draagt de inspecteur vervolgens op om vast te stellen welk deel van de uitgekeerde lumpsum hij als immateriële schadevergoeding aanmerkt, en of en zo ja, in hoeverre X in aanmerking komt voor de toeslagen.
Wetsartikelen:
Algemene wet inkomensafhankelijke regelingen 47
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Toeslagen en zorgverzekeringswet
Instantie: Rechtbank Noord-Nederland
Editie: 24 maart