Rechtbank Noord-Nederland oordeelt dat de inspecteur bij een te laat bezwaar tegen een voldoening op aangifte niet zonder te horen mag besluiten tot niet-ontvankelijkverklaring.

Belanghebbende, X, stelt beroep in tegen een beslissing van de inspecteur betreffende de voldoening op aangifte van omzetbelasting over het tweede kwartaal van 2014. De inspecteur heeft het bezwaar niet-ontvankelijk verklaard wegens termijnoverschrijding.

Rechtbank Noord-Nederland oordeelt dat de inspecteur bij een te laat bezwaar tegen een voldoening op aangifte niet zonder te horen mag besluiten tot niet-ontvankelijkverklaring. De bezwaarmaker kan immers een beroep op verschoonbaarheid doen vanwege het ontbreken van een rechtsmiddelverwijzing bij voldoening op aangifte (HR 5 december 2014, nr. 13/05801, V-N 2014/65.9). Het enkele feit dat er sprake is van een termijnoverschrijding rechtvaardigt dus nog niet de conclusie dat er sprake is van een kennelijk niet-ontvankelijk bezwaar. Ook in dit geval heeft de inspecteur de hoorplicht geschonden door X niet te horen. De rechtbank verklaart het beroep van X gegrond en verwijst de zaak terug naar de inspecteur met de opdracht om X alsnog te horen.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet bestuursrecht 7:2

Algemene wet bestuursrecht 6:7

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Bronbelasting

Instantie: Rechtbank Noord-Nederland

Editie: 23 juni

9

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen