De geheimhoudingskamer van Rechtbank Zeeland-West-Brabant wijst het verzoek van de inspecteur tot beperkte kennisneming van de stukken door X af. Het zijn op de zaak betrekking hebbende stukken. Dat de stukken gegevens van derden bevatten doet aan het voorgaande niet af.

Belanghebbende, X, gaat in bezwaar en beroep tegen een aanslag IB/PVV 2010. In geschil is of de inspecteur zich in de beroepsprocedure voor een aantal brieven en een deel van een taxatierapport terecht beroept op geheimhouding (art. 8:29 Awb).

De geheimhoudingskamer van Rechtbank Zeeland-West-Brabant wijst het verzoek van de inspecteur tot beperkte kennisneming van de stukken door X af. De geheimhoudingskamer beschouwt de producties als op de zaak betrekking hebbende stukken (art. 8:42 Awb) omdat de inspecteur deze heeft gebruikt ter onderbouwing van de hoogte van de aanslag. Het verzoek van de inspecteur tot beperkte kennisneming van de stukken door X wordt afgewezen. De geheimhoudingsplicht van art. 67 lid 1 AWR staat in beginsel niet in de weg aan het verstrekken van gegevens van derden in een zaak als de onderhavige. Een gedeelte van de weggelakte gegevens is voor eenieder openbaar raadpleegbaar in de registers van het kadaster. Ook ten aanzien van de overige weggelakte gegevens wegen de belangen van de inspecteur (het hypothetische belang dat derden in de toekomst terughoudender worden in het verstrekken van gegevens aan de Belastingdienst) voor geheimhouding niet aanzienlijk zwaarder dan het belang van X als procespartij (het concrete belang om zich tegen de aanslag te kunnen verdedigen) om over ongeschoonde stukken te beschikken.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet inzake rijksbelastingen 67

Algemene wet bestuursrecht 8:42

Algemene wet bestuursrecht 8:29

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Bronbelasting

Instantie: Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Editie: 11 augustus

4

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen