Belanghebbende, X bv, exploiteert een betoncentrale en vervaardigt betonproducten. In 2008 gaan X bv en H bv een huurovereenkomst aan, waarbij onder andere wordt overeengekomen dat H bv de betoncentrale uiterlijk in 2013 zal kopen. In 2013 komen X bv en H bv een verlenging van de huurovereenkomst voor vijf jaren overeen. Naar aanleiding van een boekenonderzoek stelt de inspecteur dat X bv de centrale in 2008 heeft verkocht. Hij corrigeert de aangifte met een boekwinst van € 431.651. Volgens X bv is de centrale echter niet verkocht.
Rechtbank Gelderland oordeelt dat X bv de betoncentrale niet heeft verkocht. De inspecteur heeft dan ook ten onrechte een boekwinst in aanmerking genomen. De rechtbank wijst er hierbij op dat uit verschillende bepalingen van de huurovereenkomst blijkt dat het risico van waardevermindering in de huurperiode voor rekening van X bv komt. Verder wijst de rechtbank er op dat in de huurovereenkomst geen bepaling is te vinden op grond waarvan zou moeten worden geconcludeerd dat het risico van het tenietgaan van de betoncentrale reeds in 2008 is overgegaan op de huurder. Ook is de rechtbank van mening dat de verlenging van de huurovereenkomst in 2013, en de koopovereenkomst uit 2016, er ook op wijzen dat de betoncentrale niet reeds in 2008 is verkocht aan H bv.
Wetsartikelen:
Wet inkomstenbelasting 2001 3.25
Wet op de vennootschapsbelasting 1969 8
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Inkomstenbelasting, Vennootschapsbelasting
Instantie: Rechtbank Gelderland
Editie: 3 januari