X is betrokken bij een constructie met Panamese en Cypriotische vennootschappen. Naar aanleiding van een strafrechtelijk onderzoek vraagt de inspecteur informatie op bij X. Hij legt vervolgens IB-navorderingsaanslagen op in verband met het door hem genoten dividend. X is het hier niet mee eens. X stelt dat hij helemaal geen a.b. bezit.
Rechtbank Gelderland oordeelt dat de inspecteur aannemelijk maakt dat X de economisch gerechtigde is tot de voordelen uit buitenlandse structuur. Het is aannemelijk dat de structuur met geen ander doel is opgetuigd dan het ontwijken van belasting, meer in het bijzonder met het doel om te verdoezelen dat X houder is van een a.b. in de tot de structuur behorende (buitenlandse) vennootschappen. De rechtbank wijst er verder op dat X strafrechtelijk is veroordeeld voor het herhaaldelijk onvolledig doen van IB-aangiften met als doel om minder belasting af te dragen. Ook hebben twee van de instigatoren achter de structuur schuld bekend aan het medeplegen van IB-fraude. Verder wijst de rechtbank erop dat de uit de structuur afkomstige gelden aan X ten goede zijn gekomen. De gelden zijn namelijk gestort op zijn Luxemburgse bankrekening. De rechtbank stelt vervolgens vast dat X in de jaren 2007 - 2009 een dividend heeft genoten van € 13.800, € 65.000 en € 159.981. De rechtbank vermindert de aanslagen dienovereenkomstig.
Wetsartikelen:
Wet inkomstenbelasting 2001 4.12
Wet inkomstenbelasting 2001 4.6
Instantie: Rechtbank Gelderland
Rubriek: Inkomstenbelasting
Editie: 11 oktober
Informatiesoort: VN Vandaag