In 2012 treft de politie een hennepkwekerij aan in de woning van X. Vanwege zijn betrokkenheid bij de hennepkwekerij wordt X veroordeeld tot een taakstraf. Aangezien X in zijn aangifte IB/PVV geen inkomsten uit de hennepkwekerij heeft aangegeven, corrigeert de inspecteur de aangifte. X is het niet eens met de correctie. Hij stelt dat hij niet op de hoogte was van de hennepkwekerij in zijn woning. Verder stelt hij dat de opbrengst niet (volledig) aan hem is toegekomen.
Hof Den Haag sluit zich aan bij het oordeel van Rechtbank Den Haag dat de inspecteur aannemelijk heeft gemaakt dat X het exploiteren van een hennepkwekerij in zijn woning heeft gefaciliteerd. De rechtbank achtte bij haar oordeel van belang dat er wijzingen aan de elektriciteitsvoorziening in de woning zijn aangebracht en dat er voorzieningen zijn aangebracht aan het terras en in de tuin bij de woning van X. Verder wees de rechtbank nog op de omvang van de hennepkwekerij. De inspecteur is er volgens de rechtbank dan ook terecht van uitgegaan dat er sprake is van een werkzaamheid waarmee X resultaat heeft behaald. Het hof oordeelt dat de rechtbank op goede gronden een juiste beslissing heeft genomen en verklaart het hoger beroep van X ongegrond.
Wetsartikelen:
Wet inkomstenbelasting 2001 3.90